Apen in de stad en kippen in de bus

Op een ochtend zien papa en ik, als we naar school lopen, een aapje op de weg. Als we dichterbij komen, klimt hij gauw in een boom. Als we nog dichterbij komen, zien we dat er twee aapjes in de boom zitten. ‘Het zijn vervet monkeys’, zegt papa. ‘Die hebben we in Akagera National Park ook gezien, weet je nog, Marte?’ Ik weet het niet meer precies, maar het is wel grappig dat ze nu ook vlak bij mijn zomerschooll zijn! Als mama mij ‘s middags ophaalt, vertel ik haar over de aapjes. Ik wijs de boom aan waar de aapjes in zaten: ‘het zijn ronde bomen, mama’, en we kijken heel goed of ze er nog zitten ….. maar we zien ze niet.

Elke ochtend en middag van schooldagen kijk ik nu of ik de aapjes nog zie, maar tot nu toe heb ik ze niet meer gezien. Misschien zijn we wel teruggegaan naar het park.

Met mama zie ik op een middag bij de markt wél een bus vol kippen. Ze hangen met de pootjes vastgebonden over de leuningen van de bankjes, met hun kop naar beneden. Af en toe komt er een meneer die een paar kippen uit de bus haalt. Mama denkt dat hij die kippen dan gaat verkopen. Als ze er een foto van wil maken, komt er een heel boze meneer aangerend die daar geld voor wil hebben. Mama wil dat niet geven, en dan lopen we maar weg. Mama heeft dan al een foto gemaakt ….

Liefs ui Kigali,
Marte